Vijf dingen die je moet weten over het ‘eigen risico’ bij zorgverzekeringen

Ieder jaar staan veel Nederlanders voor de afweging: zal ik mijn eigen risico voor de zorgverzekering vrijwillig ophogen in ruil voor premiekorting of niet? Om een goede afweging te maken, is het belangrijk om de feiten te kennen.

Het verplichte eigen risico is ook het komende jaar € 385. Dat bedrag is, in stapjes van
€ 100, vrijwillig op te hogen tot maximaal € 885. Wie kiest voor een maximaal eigen risico, krijgt een korting op de jaarpremie van rond de € 200, dit verschilt per verzekeraar.

Het is belangrijk om een goede inschatting te maken van de zorg die je verwacht het komende jaar nodig te hebben. Helemaal zeker weet je dat nooit, het blijft een risico. In het geval je echt een dure ziekenhuisbehandeling krijgt, moet je in het ergste geval 885 euro kunnen ophoesten. Houd bij je afweging de volgende vijf punten in de gaten.

Extra risico is circa € 300

Stel dat je het maximale bedrag van € 885 moet betalen aan de verzekeraar. Je betaalt dan 500 euro meer dan je betaald zou hebben zónder verhoging: de € 385 geldt immers sowieso. Omdat je rond de €200 premiekorting ontvangt, is het extra risico dat je loopt feitelijk circa € 300. Vraag jezelf af of je dat kunt dragen.

Alleen basisverzekering

Het eigen risico geldt alleen voor de basisverzekering en niet voor de aanvullende verzekering. Sluit jij een aanvullende verzekering af omdat je verwacht fysiotherapie nodig te hebben, dan geldt er voor die behandelingen geen eigen risico. Ook voor de aanvullende tandartsverzekering geldt het eigen risico niet. Dat wil niet zeggen dat je alle kosten vergoed krijgt, dat ligt uiteraard aan het vergoedingspercentage in de verzekering die je afsluit.

Niet voor de huisarts

Het eigen risico wordt niet aangesproken voor een huisartsbezoek. Verwijst de huisarts door naar een specialist of is een bloedonderzoek nodig, dan zijn dat wél zorgkosten waar het eigen risico voor wordt aangesproken.

Niet voor kinderen

Het eigen risico geldt niet voor kinderen onder de 18. Ook al heb je voor jezelf gekozen voor een maximaal eigen risico, voor meeverzekerde kinderen geldt het niet.

Eigen bijdrage

Het eigen risico is niet hetzelfde als de eigen bijdrage. Voor sommige zorgkosten geldt een eigen bijdrage, de basisverzekering vergoedt dan bijvoorbeeld maximaal driekwart van de kosten van een bepaald hulpmiddel. Sommige aanvullende verzekeringen dekken de kosten van de eigen bijdrage.

Tot slot. Denk goed na welke risico’s voor jou van belang zijn! Zijn er het komende jaar zorgkosten te verwachten? Check of ze onder het eigen risico vallen. Is er bijvoorbeeld een baby op komst? Dan vallen bepaalde onderdelen van de benodigde zorg wél onder het eigen risico en andere niet.

Vind je het belangrijk om op je premie te besparen? Dan zijn er ook andere mogelijkheden. Je kunt kijken naar het type polis (restitutie / natura / budget) of naar het al dan niet afsluiten van een aanvullende verzekering of tandartsverzekering.

Pijlsnelle cybertest voor mkb en zzp: breng de basics op orde

Heb je het gevoel dat je ‘iets’ zou moeten doen aan de cyberveiligheid van je (eenmans)bedrijf?Maar weet je niet waar te starten? Doe dan de snelle CyberVeilig check. Binnen vijf minuten weet je wat je vandaag nog te doen staat.

De nieuwe CyberVeilig check van het Digital Trust Center, speciaal voor mkb’ers en zzp’ers, is snel en praktisch. Je beantwoordt een aantal vragen en krijgt al snel een actielijst voorgeschoteld met bruikbare en snel uitvoerbare tips.

Heb je als zzp’er bijvoorbeeld een bellijst paraat voor het geval je nergens digitaal meer bij kunt? Zo kun je snel hulp inroepen en/of opdrachtgevers inlichten. En maak je al dagelijks een back-up van je belangrijke bestanden? Ook is het cruciaal dat je de tweestapsverificatie of multifactorauthenticatie inschakelt op je e-mail (en belangrijkste bedrijfsapplicaties). En zo zijn er nog meer quick wins.

Risicoklasse

Heb je deze basics op orde dan kun je door met de Risicoklasse-scan. Aan de hand van 11 vragen wordt een inschatting gemaakt van hoe groot het risico is op een cyberincident. Deze inschatting bepaalt in welke risicoklasse (1 t/m 4) je onderneming valt en welke maatregelen er genomen moeten worden om je digitale veiligheid op orde te hebben.

Nieuwe technieken

Uiteraard is het daarnaast verstandig dat je de nieuwste technieken van fraudeurs kunt herkennen. Want ook zij zitten niet stil. Digital Trust Center zette de online fraudesoorten die gericht zijn op bedrijven op een rij. Weet jij al wat formjacking, dns-spoofing, spear phishing of typosquatting is? Doe de quiz!

Schade

Weet jij of (gevolg)schade aan systemen gedekt is op een van je bedrijfsverzekeringen? Of denk aan een schadeclaim of reputatieschade doordat gegevens van derden op straat liggen. Het is verstandig om na te gaan welke risico’s je loopt en of/hoe je die wilt verzekeren. Veel verzekeraars bieden preventieprogramma’s aan in combinatie met zo’n verzekering.

Loonregres, het verhalen van loonkosten

U herkent het ongetwijfeld: uw werknemer is arbeidsongeschikt door een ongeval waarvoor een derde aansprakelijk te houden is. Het werk blijft liggen en u moet dat zelf, of samen met uw collega’s of een tijdelijke kracht zien op te vangen. Bovendien rust op u als werkgever de plicht om, bij arbeidsongeschiktheid, het salaris door te betalen gedurende een periode van maximaal twee jaar. Daarnaast maakt u kosten voor begeleiding en re-integratie van uw werknemer.

Onze letselschadespecialist kan u helpen bij het claimen van schade voor diverse partijen; namelijk werkgevers en slachtoffers (uw werknemer). Wij hebben voor u alle benodige kennis en ervaring in huis om de juiste partij aansprakelijk te stellen bij loonregres.

Wat kunt u verhalen?
Buiten het verhalen van het netto doorbetaalde loon en vakantiegeld, kan de werkgever ook de redelijke kosten voor re-integratie verhalen op de aansprakelijke partij. U kunt bijvoorbeeld denken aan kosten van:

  • een re-integratietraject/-bureau
  • omscholing, herscholing of bijscholing, bemiddeling naar ander werk en sollicitatietraining
  • om de werkplek aan te passen aan de beperkingen van uw werknemer (bijvoorbeeld een bureau, speciale stoel,
  • voetensteun, bedieningsapparatuur en andere machines, invalide parkeerplaats/toilet)
  • om de omstandigheden waaronder gewerkt wordt aan te passen (bijvoorbeeld geluid, temperatuur, trillingen, ondergrond, tijdsdruk en psychische belasting)
  • aanpassen hulpmiddelen waarmee gewerkt wordt (computers, apparatuur, gereedschappen, schoeisel en kleding)
  • vervoer om de werkplek te bereiken, zoals bijvoorbeeld een taxi-voorziening
  • persoonlijke hulp zoals bijvoorbeeld een doventolk of een voorleeshulp
  • uw arbodienst voor controles, besprekingen en onderzoeken
  • administratieve activiteiten die de werkgever zelf verricht of laat verrichten

Voor uw werknemer
Wanneer uw werknemer bij loonregres ook behoefte heeft aan juridische hulp, kunt u hem de dienstverlening van onze letselschadespecialist bij wijze van employee benefit aanbieden. Zo krijgt uw werknemer alle benodigde professionele hulp en persoonlijke aandacht en kan hij zich richten op zijn herstel. Het verzuim duurt daardoor niet langer dan noodzakelijk en de schade kan worden beperkt.

De kosten
Loonschade verhalen levert voor een werkgever altijd wat op. U betaalt maximaal het onderstaande percentage, maar vaak minder. De letselschadespecialist werkt voor u als opdrachtgever op basis van het ‘no cure, no pay’-principe. Kan de letselschadespecialist niets voor u verhalen, dan betaalt u ook niets. Slaagt de loonvordering, dan wordt het afgesproken percentage op de vordering in gehouden. Om tot een eerlijk en transparante vergoeding te komen wordt er een variabel tarief gehanteerd.

Rekenvoorbeeld bij loonregres
Stel, de letselschadespecialist heeft € 7.000 voor u kunnen claimen.

U ontvangt dan € 5.850,50:

15 % over de eerste € 5.000 = € 750
10 % over (€ 7.000 -/- € 5.000) = € 200
Totaal exclusief BTW bedraagt de vergoeding € 950
Inclusief BTW bedraagt de vergoeding voor de letselschadespecialist: € 1.149,50
€ 7.000 -/- € 1.149,50 = € 5.850,50
De BTW kunt u weer verrekenen dus feitelijk ontvangt u € 6.050

Wilt u meer weten? Bel of mail ons dan.

Verplichte AOV voor ondernemers

Begin april verstuurde minister Van Gennip (SZW) de kamerbrief ‘Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket’ aan de Tweede Kamer. Hierin is bekend gemaakt dat zzp’ers, ondernemers en meewerkende echtgenoten straks wettelijk verplicht zijn om zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. In de kamerbrief maakt de minister ook meer bekend over de maatregelen van de toekomstige wet.

De verplichte AOV 
Het kabinet voert de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) in om te garanderen dat elke ondernemer een financieel vangnet heeft in geval van ziekte of een ongeval. Daarnaast wil het kabinet met de regeling voorkomen dat deze risico’s worden afgeschoven op de samenleving en publieke middelen. Voor ondernemers die al een AOV hebben of liever zelf een verzekering kiezen bij een verzekeraar wordt een vrijstellingsmogelijkheid onderzocht. Als ondernemers zich niet verzekeren via een verzekeraar, treedt op enig moment de verplichte verzekering in werking.

Voor wie gaat de verplichte AOV gelden? 
In het voorstel van het kabinet staat dat de verplichte AOV gaat gelden voor alle IB-ondernemers. Dat betekent alle ondernemers die door de Belastingdienst worden gezien als ‘ondernemer voor de inkomstenbelasting’. Ook meewerkende echtgenoten vallen hieronder. Vooralsnog vallen directeur-grootaandeelhouders en diegene die ‘resultaat uit overige werkzaamheden’ hebben (ook wel ‘resultaatgenieters’ genoemd) niet onder de regeling.

Het huidige voorstel kort samengevat:

  • De uitkering bedraagt 70% van het laatstverdiende inkomen, met een maximum tot het wettelijke minimumloon.
  • Het kabinet stelt de premie voor de verplichte AOV op basis van huidige inzichten indicatief op 7,5% tot 8% van het inkomen tot de maximale premiegrondslag. De maximale premiegrondslag is 143% van het wettelijk minimumloon.
  • De regeling gaat gelden voor alle IB-ondernemers (ondernemers voor de inkomstenbelasting) en de meewerkend echtgenoten. Directeur-grootaandeelhouders en ‘resultaatgenieters’ vallen niet onder de regeling.
  • De standaard wachttijd voor de verplichte AOV is één jaar. In die periode krijgen ondernemers nog geen uitkering.
  • Het arbeidsongeschiktheidscriterium voor de verplichte AOV is gangbare arbeid.
  • Het kabinet onderzoekt de mogelijkheid tot vrijstelling (opt-out) van de publieke verzekering voor ondernemers die zich liever verzekeren via een private verzekeraar.
  • Naast de opt-out is in de voorgenomen uitwerking opgenomen dat lopende AOV’s die aan specifieke (nader te bepalen) criteria voldoen gerespecteerd blijven. Dit heet de eerbiedigende werking van lopende contracten.

Hoe gaat het nu verder? 
Het kabinet werkt momenteel de regeling uit tot een wetsvoorstel. De verwachting is dat dit wetsvoorstel in het voorjaar van 2024 wordt aangeboden aan de Tweede Kamer en dat deze in januari 2025 kan worden gepubliceerd als aangenomen wetsvoorstel. Daarna is er tijd nodig om de wet te implementeren, wat betekent dat de daadwerkelijke invoering later dan januari 2025 zal zijn. Tot die tijd zijn ondernemers zonder AOV dus nog niet automatisch verzekerd.

Laatst gewijzigd: 19 april 2023 

Auto uitlenen? Hier moet je op letten!

Een vriend vraagt of hij je auto mag lenen voor een weekendje weg. De buurvrouw heeft een lekke band en met spoed jouw auto nodig. Of een van de kinderen wil graag de gezinsauto meenemen om naar een feestje te rijden. Weet jij hoe ze dan verzekerd zijn?

Een kwart van de mensen die hun auto weleens uitlenen denkt dat degene die de auto leent verzekerd moet zijn. Maar dat is niet zo. In geval van een schade is het de verzekering van de uitlener, die de schade dekt. De autoverzekering is namelijk gekoppeld aan je kenteken. Wel moet de gastbestuurder (uiteraard!) bevoegd zijn om te rijden: een rijbewijs hebben dus. En ook moet jij toestemming hebben gegeven voor het gebruik van je auto.

Schadevrije jaren
Een eventuele schade wordt dus gedekt door jouw autoverzekering, maar de terugval in schadevrije jaren niet! Uit een analyse van vergelijker Pricewise blijkt dat Nederlandse autobezitters gemiddeld zeven schadevrije jaren hebben. Bij een gemiddelde premie van 540 euro per jaar met zeven schadevrije jaren loopt de extra premie door een terugval op tot wel 290 euro per jaar.
Het kan dan voordeliger zijn om de schade zelf te betalen. Je kunt daarover afspraken maken met degene die je auto leent. Datzelfde geldt voor verkeersboetes: ook die zullen op jouw deurmat vallen. Maak er afspraken over.

Alleen WA
Als je auto slechts WA-verzekerd is, dekt de autoverzekering alleen de schade die aan een andere auto is gemaakt. De schade aan de eigen auto door eigen schuld is dan niet verzekerd. Dit geldt wanneer jij zelf achter het stuur zit, maar dus ook wanneer een gastbestuurder tegen een paaltje rijdt. De gastbestuurder kan niet zijn of haar aansprakelijkheidsverzekering particulieren (AVP) aanspreken, want daarvan is schade aan motorvoertuigen uitgesloten. De vraag is dan wie de portemonnee moet trekken.

Jonger dan 24
Leen je je auto uit aan iemand die jonger is dan 24 jaar, bijvoorbeeld aan je kinderen, dan kan er sprake zijn van een hoger eigen risico. Sommige verzekeraars hogen het eigen risico dan met bijvoorbeeld 200 euro op. Als een van de kinderen een regelmatige bestuurder is, dan kan het handiger zijn om hem of haar op de verzekering aan te melden. Is het kind in de praktijk de feitelijke bestuurder, dan moet je de autoverzekering ook echt op zijn of haar naam zetten. Op die manier bouwt het kind ook zelf schadevrije jaren op.

Werknemers op elektrische fietsen? Voorkom dat ze onverzekerd zijn!

Werknemers op elektrische fietsen? Voorkom dat ze onverzekerd zijn!

Als werkgever heb je je wagenpark uiteraard goed verzekerd. Maar hoe zit het met de elektrische fietsen waarmee je werknemers maaltijden of goederen bezorgen of klanten bezoeken? Het komt nogal eens voor dat er een gat, een hiaat, in de dekking zit. Het is verstandig om dat te voorkomen.

Steeds meer pizzabezorgers hebben hun brommer ingeruild voor een elektrische fiets. Snel, geluidloos én beter voor het milieu. Maar wat wanneer een bezorger tijdens zo’n rit iemand aanrijdt? Die schade wordt niet automatisch gedekt op de Aansprakelijkheidsverzekering voor Bedrijven. Als ondernemer loop je dan het risico dat je zelf voor de schade opdraait. En een letselschadeclaim kan, zo kun je je voorstellen, flink in de papieren lopen. Voor kleinere ondernemers kan het zelfs einde oefening betekenen.

Fiets van de zaak

De elektrische fiets valt in sommige gevallen tussen wal en schip. Dat komt doordat voor een elektrische fiets een WA-verzekering niet verplicht is. En op de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven zijn motorrijtuigen doorgaans uitgesloten: daar is immers de WA-verzekering voor. Een aparte fietsverzekering kan de oplossing zijn.

Privé fiets

Het kan ook voorkomen dat een werknemer op zijn eigen fiets naar kantoor komt en vervolgens die zelfde fiets ook gebruikt voor een zakelijk klantbezoek. Als er dan schade ontstaat, dan kan er opnieuw een hiaat in de dekking zijn. De particuliere aansprakelijkheidsverzekering van de werknemer zal de aansprakelijkheid namelijk afwijzen omdat het om een zakelijke rit ging en de zakelijke aansprakelijkheidsverzekering van de werkgever biedt over het algemeen opnieuw geen soelaas.

Speed pedelec

Het is goed om het onderscheid te weten tussen een elektrische fiets en een speed pedelec. Voor die laatste is een WA-verzekering wél verplicht. Het grootste verschil: een e-bike kan tot 25 kilometer per uur terwijl een speed pedelec tot wel 45 kilometer kan.

Je doet er als werkgever verstandig aan om het gehele ‘fietspark’ onder de loep te nemen en de bestaande verzekeringen en dekkingen er bij te pakken. Zo kun je goed in kaart brengen waar eventuele gaten in de dekking zitten.