Niet zo chic!
Toen er begin jaren ’10 van deze eeuw geld nodig was om gaten in de begroting te dichten, de crisis te bestrijden en financiële instellingen te redden, was een van de maatregelen die de overheid trof het verhogen van de assurantiebelasting. En dat heeft de consument geweten ook! In de periode 2011-2013 steeg deze belasting op schadeverzekeringen van 7,5% naar maar liefst 21%.
Welke argumenten ook worden opgevoerd om deze stijging te rechtvaardigen, een verdriedubbeling van de assurantiebelasting in een tijdsbestek van krap twee jaar is wel heel erg stevig. Daar kunnen we kort over zijn. Nederland behoorde zo ineens tot de koplopers van Europa en legt haar burgers en bedrijven een hogere assurantiebelasting op dan ons omringende landen als Duitsland en België. Neem nu een brandverzekering; daarover betaalt een bedrijf in België 15,75% assurantiebelasting. Op een premie van een ton is dat ruim 5.000 euro minder ten opzichte van wat een bedrijf in Nederland moet afdragen. En het wrange is: we doen er voor buitenlandse bedrijven al zo veel aan om een zo gunstig mogelijk belastingklimaat te scheppen.
Inmiddels zijn we een kleine tien jaar verder. Financiële instellingen schrijven weer zwarte cijfers, de crisis is bezworen en de begrotingstekorten van toen zijn omgebogen in forse begrotingsoverschotten; rond de 11 miljard in de afgelopen twee jaar. Per jaar, welteverstaan! Maar tot op heden zijn er nog geen signalen dat de ooit als tijdelijk gepresenteerde verhoging van de assurantiebelasting wordt teruggedraaid. Dat betekent dat particulieren en ondernemers dus nog steeds meer dan een vijfde van het bedrag dat ze juist reserveren om zich te beschermen tegen grote, onvoorziene risico’s moeten afdragen aan de overheid. Om je een idee te geven: we hebben het over een kleine 3 miljard euro per jaar.
Jezelf geld toe-eigenen, terwijl je bulkt van het geld? Dat is niet zo chic. Het is ook zeker niet in het klantbelang, waar iedereen de mond zo van vol heeft. De verzekeringssector krijgt de een na de andere maatregel voor de kiezen omdat dat in het belang van de klant zou zijn, maar zelf geeft de overheid niet thuis. Ondertussen weet diezelfde overheid niet wat ze met al die miljarden aan moet en worstelt ze met de vraag hoe een miljardenfonds (het Wopke-Wiebe fonds) vorm te geven. Een fonds, notabene, dat met investeringen Nederland moet helpen voor als het even tegenzit; dat klinkt verdacht veel als een soort verzekeringsfonds.
Over een jaar, in 2021, mogen we met zijn allen weer naar de stembus. Politieke partijen zijn nu dan ook druk bezig hun partijprogramma’s op te stellen. Daar moeten er toch wel enkele tussen zitten die het aandurven om een verlaging van de assurantiebelasting voor te stellen? De inkomsten die de schatkist zo misloopt, kunnen uit het Wopke-Wiebe verzekeringsfonds worden gehaald.
Zo slaan we drie vliegen in een klap:
1) het overschot op de begroting wordt aangewend om risico’s af te dekken; wat in lijn is met de doelstelling van het fonds,
2) het beleid wordt geharmoniseerd met onze buurlanden; waardoor de belastingdruk voor Nederlandse bedrijven naar beneden gaat en hun concurrentiepositie verbeterd en
3) we maken het voor particulieren en ondernemers goedkoper om hun risico’s af te dekken; wat hun weerbaarheid versterkt.
Zo’n uitgelezen kans om de consument écht op 1 te zetten, kunnen ze toch niet laten schieten?
Redactie: Enno Wiertsema Directeur Adfiz